Afscheidsbrief Erik van Merienboer
Beste partijgenoten,
Op 15 mei jl. heb ik mijn ontslag aangeboden aan Provinciale Staten van Noord-Brabant. Directe aanleiding was de keuze van de VVD om met Forum voor Democratie, het CDA en Lokaal-Brabant te gaan besturen in Brabant. En zo kwam er na vijf mooie jaren een eind aan mijn rol als gedeputeerde voor onze partij.
Afscheid nemen doet altijd pijn. Het hoort wel bij de politiek – dat zullen jullie bevestigen, al dan niet uit eigen ervaring. Al is het wel de eerste keer in Brabant dat een bestuurlijke crisis heeft geleid tot een tussentijdse wisseling van de wacht. En die crisis heeft dan weer de weg vrij gemaakt voor de eerste volledige deelname van Forum aan een coalitie – twee twijfelachtige primeurs.
De derde primeur is een afscheid in Corona-tijd. In normale tijden had ik jullie ter afscheid de hand geschud. Dat heb ik gemist. Maar in ruil daarvoor heb ik van velen van jullie een gesproken of geschreven bericht gekregen, volgend op mooie afscheidswoorden van Stijn en onze Commissaris en een filmcollage gemaakt door Sophia. Daar werd ik – zondagskind – wel een beetje stil van en wie mij goed kent, weet dat dit heel wat zegt. Ik wil jullie daar heel hartelijk voor bedanken – de rode familie bestaat!
In twee Bestuursakkoorden – Beweging in Brabant en later Kiezen voor Kwaliteit – heeft de Brabantse PvdA veel van haar programma weten te realiseren. Dat geeft je als uitvoerend bestuurder een prachtige basis. Waar ik als bestuurder vooral van genoten heb, is dat we het niet bij de strikte uitvoering ervan hebben gelaten. Er was de afgelopen jaren ruimte om nieuwe zaken op te pakken als Brabant daarom vroeg. Daar komt de Brabantse woonagenda uit voort, maar ook concrete bijdragen aan een eerlijker energietransitie (Windpark A16, De Groene Zone), de aanpak van leegstand in centra, op bedrijventerreinen en in buitengebieden en niet langer wegkijken bij de problemen op vakantieparken en rond arbeidsmigratie.
Bij een goed bestuursakkoord en een open politiek-bestuurlijke agenda zijn de portefeuilles Ruimtelijke ordening, Financiën en het Ontwikkelbedrijf natuurlijk ideaal. Je gaat over de provinciale “gereedschapskist”. Gekscherend leverde me dat de bijnaam “de loodgieter” op al keken ze thuis wat meewarig naar mijn twee linkerhanden. Bij ruimtelijke ordening gaat het verder altijd om de afweging van belangen en daarmee oogst je niet alleen tevredenheid, maar ook teleurstelling. Als bestuurder ben je dan aanspreekbaar op de kwaliteit en zorgvuldigheid van de afweging en alle inspanningen die helpen dat er geen overwegende bezwaren meer zijn. Dat is het betrokken, behoorlijk bestuur waar we allemaal baat bij hebben. Zo’n bestuurder heb ik willen zijn en blijkens alle berichtjes bij mijn afscheid is dat ook “gezien”.
Maar zeggenschap over “de gereedschapskist” kent z’n grenzen als partijen niet weten wat ze willen en/of blijven hangen in wat ze niet willen. Dan kun je heel veel oplossingen aanreiken, maar kom je samen niet verder. Op papier gaat de crisis over stikstof, in de praktijk gaat het over de veehouderij, nog steeds! Ik vind het bizar dat het CDA de andere partijen een gebrek aan compromis-bereidheid verwijt, want dat gebrek treft toch echt de enige partij die in het landbouwdossier al jaren niet weet wat ze wel wil en blijft hangen in wat ze niet wil. Op die basis ben je eenvoudigweg niet in staat om werkende compromissen te sluiten.
De nieuwe coalitie zal natuurlijk aanspreekbaar zijn op z’n wettelijke taken, maar verder lijkt het vooral “ik weet het niet en/of ik wil het niet”. De kop in een steeds drogere en “armere” Brabantse grond en niet bereid om nu er even geen meevallers zijn de autobezitter jaarlijks een tientje extra te vragen om te investeren in de kwaliteit van Brabant. Dat lijkt me in alles onvoldoende om de grote vraagstukken van vandaag, die vooral gaan over een veilige, gezonde en mooie leefomgeving nu en in de toekomst aan te pakken. Na het gebruikelijke “gelummel” in de eerste maanden, voorspel ik het Brabantse bestuur dan ook een druk en opwindend najaar. Voor mezelf hou ik dezelfde planning aan – nog even “lummelend” de zomer door en dan weer vol aan de bak. Er ligt werk genoeg! Voorwaarts en niet vergeten!
Hartelijke groeten,
Erik van Merrienboer